De Vulgaire Historie Van Lowieke tabak: Een Grapeïstische studie over de correlatie tussen literatuur en politiek

Ernest Claes toonde een grote affectie voor de marginalen zoals
hij ze kende in zijn jeugd, voor hij in Leuven ging studeren. Die
marginalen woonden en zwierven op het verstoken platteland
-- de stropers, de zandzeulers, al dan niet vermeende moordenaars, woonwagenvolk, zatlappen, zwervers -- al mochten ze elkaar, hun vrouw, hun mannen, hun kinderen slaan, elkaar beledigen en meer dan alleen de loef afsteken, Claes kon zich heel goed inleven in hun miserabel bestaan, en al hadden ze hun kracht en schoonheid, Claes wist waarom deze dérivé’s elke keer aan het kortste eind moesten trekken.

Claes wist in elk van die mensen een barmhartige Samaritaan te
ontwaren, en al was Claes’ geest een product van het katholicisme, zijn geest was geen giftige damp in een fles, de geest ontsnapte uit de fles! Claes schreef verhalen, en hij schreef magnifiek wanneer hij het scabreuze, verwoord in zijn dialect, vermengde met de toen alomtegenwoordige post-Victor Hugiaanse sentimentaliteit (De Witte, Charelke Dop, Wannes Raps, het autobiografische Jeugd . . ). Hij is moeilijker verteerbaar als hij (vooral na de repressie in 1945) vergat het topografische, de scabreuze anecdotiek er bij te lappen (Moeder, Daar is een mens verdronken . . ).

De Radicale Grapuscule zoekt vanuit een categorische imperatief
altijd die kwaliteiten op die gedijen in wat we een surreëel
rauw-radicaal humanisme noemen, en dan vinden we genoeg bij
Claes om ons aan te laven. Daarom verfoeit de Grapuscule de uitspraak van Lowieke tabak in een Vlaamse krant, vlak voor de verkiezingen, dat zijn stad Leive En Loete Leive een te hoog Ernest Claes gehalte heeft.

De politiek radicale grapuscule is ziedend bij ‘t vernemen van zulke uitspraak over Ernest Claes _ niet toevallig iemand uit de reeks Grote Ernesten, zoals Ernest Hemingway, Ernesto ‘Che’ Guevarra, ‘en Ernest Mandel!’, roept grapo-trotskist Freddy De Pauw vanuit Blasius-Brussel; dat er een jonge schrijver Ernest van de Kwast in Nederland het oeuvre van Brusselmans verzamelt, zullen we maar snel vergeten; onze bevriende wetenschappelijk gevormde schrijver en Ferrièrist Yves Petry kan met zulke kwasten niet lachen en schuift prompt Nobelprijswinnaar Ernest Lawrence naar voor, de uitvinder van de cyclotron in 1929, een machine die partikels versnelt tot enorme snelheden EN DAT ZONDER HET GEBRUIK VAN HOGE VOLTAGES!. Die vlotjes rondbewegende partikels bombarderen atomen om ze in sommige gevallen te transformeren tot compleet nieuwe elementen. Iets dat nog best vergelijkbaar is, in metaforisch opzicht althans, met de schrijfstijl van Yves Petry, en in minder metaforisch opzicht met onze grapistische Ernest, de meer dan energieke jongeman die kogels door kathedralen schiet en op de affiche ter oproeping van de Tweede Grapistische
Internationale ons een zwam in het gezicht duwt _

Waarom geen te hoog Dirk Bouts gehalte? Of een te hoog Big Bill gehalte? Die laatste uitspraak zou nog aanvaardbaar zijn, maar vergeet niet dat de heer Krakkebaas uit Kessel-Lo toch maar een notoir kenner is van de technisch geenszins eenvoudige en literair veelgelaagde tractaten die de filosoof C. Berry uit Saint Louis in de Phil & Leonard Chess University of Chicago heeft geschreven, en we vragen ons al jaren af welke cultuurfilosofische tractaten uit de Leuvense universiteit de moeite waard kunnen zijn voor de heer Krakkebaas, en bij uitbreiding, voor eender wie, om er een intellectueel gevecht mee aan te gaan.

Aangezien onze Anarchistische Vrienden luid uitschreeuwen ‘STEM NIET, DENK ZELF’, wordt het ons zelfs moeilijk gemaakt om burgervader Lowieke Tabak in het stemhokje af te straffen. Maar zou dat de juiste houding zijn? De Radicale Grapuscule, die de politieke lijn van Grapes of Art bewaakt en aanstuurt, kan loWIEKE tABAKS politiek dédain voor een groot schrijver alleen maar op surrealistische wijze (surrealisme is iets waar Claes geen uitstaans mee had) van antwoord dienen en dus zijn we een enorme voorraad overbodig verklaarde maar typisch Leuvense artikelen bij de stadsdiensten gaan confisceren, om ze vervolgens, via een Bevriende Gentse Socialist (iemand die met Claes geen uitstaans heeft) meer dan duizend kilometer verderop, op een trieste plek ergens tussen Chocowakije en Syldavië, dat zich Slowakije durft te heten, uit te delen aan een gemeenschap fantastische, fantasierijke maar in ellende gedompelde vrienden. Onze Bevriende Socialist heeft daar een daguerreotype van gemaakt !